Boek van de week

Gepubliceerd op 27 juni 2025 om 12:27

De vogel op mijn schouder-Sibylle Delacroix

 

Leeftijd: 5-8 jaar

 

Thema: angst

 

Trefwoorden: verlegenheid, sociale angst, onzekerheid, negatieve gedachten, selectief mutisme, vriendschap

 

Het verhaal

Dit bijzondere prentenboek gaat over een meisje dat voor het eerst naar een nieuwe school gaat. Ze verwacht dat ze vrienden gaat maken, maar dit lukt niet. Ze stapt niet op de andere kinderen af en niemand komt naar haar toe, behalve een mooie vogel, die op haar schouder landt en haar niet meer verlaat. De vogel zingt niet, maar praat in een vreemd taaltje in haar oor. Het meisje is in eerste instantie blij met het gezelschap. Ze heeft het gevoel dat de vogel haar raad geeft terwijl ze in haar eentje over de speelplaats loopt en naar de andere kinderen kijkt,  maar het is de vraag of het goede raad is (zop, nienatoe, nienienie). De vogel bemoeit zich steeds meer met het meisje, tot hij een last voor haar wordt. Hij praat door de les heen (kanniedoe, niegoe, jamrr, domdom) zodat ze de juf niet meer kan horen. Als het meisje thuis is, is de vogel weg, maar zo gauw ze naar school moet komt hij weer opdagen. Hij wordt steeds groter en op een gegeven moment wordt hij letterlijk zo zwaar, dat het meisje het gevoel geeft dat ze niet meer kan bewegen (prachtige illustratie van het meisje dat met haar handen tegen haar oren op de grond zit, met een reusachtige vogel op haar rug). Het meisje wil van de vogel af. Maar hoe?!

Dan komt Zoë. Ze ziet dat het meisje het moeilijk heeft. Communiceren lukt niet, want het meisje kan door de oorverdovend aanwezige vogel zichzelf niet eens verstaan, laat staan anderen. Maar Zoë probeert haar toch te helpen. Ze geeft het meisje een van haar haarlinten. Dit gebaar geeft het meisje de kracht die ze nodig heeft om te doen wat ze moet doen. Ze bindt met het lint de snavel van de vogel dicht. Vanaf dat moment is het rustig in haar hoofd, en kan ze met Zoë praten en spelen. En de vogel? Opeens is die spoorloos verdwenen.

 

Waarom je dit boek zeker moet voorlezen

Dit is een heel fijn boek voor verlegen kinderen, en voor iedereen die een verlegen kind in zijn of haar omgeving heeft. In het verhaal probeert een sociaal angstig, onzeker meisje aansluiting te vinden bij anderen. Ze wil zo graag vriendjes, maar ze wordt belemmerd door haar eigen negatieve gedachten (pas op, niet naar toe gaan,  ik kan het niet, niet goed, jammer, dom) die in het verhaal de vorm aannemen van een vogel die in haar oor praat. Verlegen kinderen kunnen erg lijden onder hun teruggetrokken gedrag. Het kan troostend zijn om te horen, dat ze niet de enigen zijn die worstelen met hun verlegenheid. Het verhaal laat zien wat deze kinderen nodig hebben, namelijk steun van hun omgeving om uit hun isolement te kunnen komen.

 

Interactief voorlezen

De vogel is een bijzondere aanwezigheid in dit verhaal. Is het fijn voor het meisje dat hij tegen haar praat? Wat zegt hij allemaal? 

Halverwege het verhaal groeit de vogel en wordt hij steeds dreigender. Dat kan spannend zijn voor kinderen. Bespreek met je kind wat er gebeurt. Is de vogel echt of is het eigenlijk een stem in het hoofd van het meisje?

Vertel over jezelf. Misschien heb jij ook wel eens een stemmetje in je hoofd (gehad) dat net als de vogel in het verhaal zeurt dat je iets niet kan.  Heeft je kind dit ook wel eens? Hoe kan je zo'n stemmetje stil krijgen? Bedenk samen dingen die kunnen helpen.

 

De vogel op mijn schouder in de klas

Dit is een mooi verhaal om te gebruiken bij de start van het schooljaar in de fase van de groepsvorming, of als er nieuwe kinderen in de groep komen.

Gebruik het verhaal om verschillen tussen kinderen te bespreken. Sommige kinderen maken makkelijk vriendjes, en voor andere kinderen is dat moeilijker. Maar iedereen heeft behoefte aan een vriend.

Hoe kan je kinderen  die heel stil zijn, of een beetje bang het gevoel geven dat ze erbij horen? Bedenk met elkaar dingen die je kan doen zonder erbij te hoeven praten, zoals speelgoed delen, helpen, samen een boekje kijken of een puzzel maken, een hand geven bij het in de rij gaan staan, vriendelijk lachen tegen het kind, etc.

Maak met de groep een mobile door foto's van alle kinderen uit de klas  met  linten aan elkaar te maken: we zijn allemaal met elkaar verbonden, we horen bij elkaar. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.